"Bergbeklimmen met een hartkwaal"
“Luister aandachtig naar je lichaam en laat je op tijd onderzoeken!”, adviseert Johan Schots, een 40-jarige bergbeklimmer uit Heverlee. Hij lijdt zelf al 10 jaar aan voorkamerfibrillatie, maar dat weerhoudt hem er niet van om de hoogste bergtoppen van de wereld te verkennen. Deze zomer trekt hij opnieuw naar de andere kant van de aardbol om tijdens een 55-daagse expeditie in Pakistan twee bergen van meer dan 8.000 meter te bedwingen.
BeHRA: Bergbeklimmen is een intensieve sport waarvoor veel uithoudingsvermogen nodig is, en wordt dus afgeraden voor hartpatiënten. Hoe slaag jij in deze krachttoer?
Johan: “Dankzij de juiste levenswijze, een gezonde voeding en aangepaste medicatie gaat mijn hart niet langer in overdrive, waardoor ik op een vrij normale manier kan sporten en mijn uitgekiende trainingsschema’s kan voltooien. Tijdens deze trainingen sta ik onder professionele begeleiding: mijn hartslag wordt continu gecontroleerd en moet binnen een bepaalde frequentie blijven. Zo slaag ik erin om elk jaar opnieuw de bergen in te trekken; als gids, begeleider op trektochten of zelf als klimmer in de hogere regionen.”
B: Nu neem je zelfs deel aan een expeditie van maar liefst 55 dagen?
J: “Inderdaad. Met deze expeditie wil ik onder andere aantonen dat door middel van een adequate behandeling en persoonlijke begeleiding het toch mogelijk blijft om ondanks een hartconditie een zeer actief leven te leiden en bergen te verzetten, of zelfs te overwinnen.”
B: Vertel eens over je specifieke situatie?
J: “Al van jongs af aan sport ik intensief. Vrij snel merkte ik echter dat mijn hartslag ook in rust soms onverklaarbaar hoog de lucht kon inschieten. Ik stelde me er in het begin niet echt vragen bij, maar de situatie werd erger met de jaren. Toen ik op een dag gewoon rustig in de zetel zat en mijn hartslag ineens piekte tot 160 BPM (slagen per minuut) - bij een ‘normaal’ hart is dat tussen 50 en 100 BPM - ben ik echt wel beginnen panikeren. Op dat moment heb ik besloten mij grondig te laten onderzoeken.”
B: Daaruit bleek dat je aan een hartritmestoornis lijdt?
J: “Meer bepaald aan een variant van voorkamerfibrillatie. Tijdens de zogenaamde ‘episodes’ verhoogt mijn polsslag plots enorm, met soms kortademigheid tot gevolg. Ik voel dan eveneens een prikkeling van de zenuwen rond de hartstreek, zoals bij een elektrische stroomstoot. Gelukkig kan ik door mijn behandeling opnieuw met een gerust hart gaan sporten.”
B: Wat is jouw advies voor andere hartpatiënten?
J: “Ik raad vooral aan om je zo snel mogelijk te laten controleren, zeker als sporter. Tijdens langdurige en intensieve sportactiviteiten vraag je namelijk een extra grote inspanning van je hart; als motor van het lichaam moet dat ervoor zorgen dat alles naar behoren blijft functioneren tijdens het verrichten van buitengewone fysieke prestaties. Dus van zodra je ook maar iets voelt, laat een check-up doen.”
B: Bijvoorbeeld tijdens de Week van het Hartritme.
J: “Dat klopt. Ik draag het initiatief dan ook een warm hart toe. Het is een lovenswaardige actie, niet alleen vanwege de preventiecampagne maar ook simpelweg voor de bewustmaking voor deze aandoening. Er zijn veel mensen die met een hartritmestoornis leven zonder dat zelf te weten. Dit kan gevaarlijk zijn bij intensief sporten.”